McConnell therapie

McConnell therapie (knie)

Ruwe knieschijf
In het verleden waren bepaalde klachten van de knie zeer moeilijk fysiotherapeutisch te behandelen. Deze knieklachten stonden onder diverse benamingen bekend:

  • patello femoraal pijnsyndroom
  • chondromalacia patella
  • patellofemorale dysfunctie
  • anterior knee pain
  • retro patellaire chondropathie

In de volksmond bekend onder “slijtage” of het ruw zijn van de onderzijde van de knieschijf (patella).

Symptomen bij deze klachten kunnen zijn: pijn onder en/of rond de knieschijf, soms zelfs uitstralend in boven- en onderbeen, kraken van de knie, soms zwelling en het gevoel dat de knie op slot gaat (pseudoslotklachten). Deze klachten verergeren in het algemeen bij traplopen, fietsen en het langdurig met de knie gebogen zitten. Deze klacht staat dan ook wel eens bekend als de bioscoopknie en komt ivm. de veranderende belasting (bij oorzaak beschreven) vaak voor bij tieners die in de groei zijn.

Sinds 1994 deed de McConnell therapie in Nederland zijn intrede. Deze therapie door Jenny McConnell, een Australische fysiotherapeute, ontwikkeld bleek bij uitstek geschikt om deze knieklachten te behandelen.

 

Oorzaak
De klachten ontstaan, volgens McConnell, doordat de knieschijf verkeerd gaat sporen in de groeve van het bovenbeen, waar zij normaal recht doorheengaat. De spier aan de binnenzijde van de knie (vastus medialis pars obliquus; VMO) gaat obv. een veranderende belasting minder doen, zowel qua kracht als coördinatie. Gevolg is dat de spier aan de buitenzijde van de knie relatief harder werkt, waardoor de knieschijf aldaar tegen het kraakbeen en bot gaat schuren. Dit levert pijn, irritatie van het kapsel (ontstaan van zwelling) en banden op. Indien deze situatie langer bestaat zal het kapsel aan de buitenzijde van de knie stugger worden.

Behandeling vroeger: rust
Dit gaf obv. het achterwege blijven van de irritatie minder pijn. Maar op het moment dat men dan weer actief wilde worden ging de spier aan de binnenzijde wel weer werken, maar gaf het kapsel aan de buitenzijde niet mee. Naast de klachten aan de buitenkant veroorzaakt, ontstond er dan nog een aanhechtingspijn van de VMO bij. Dit omdat het kapsel aan de buitenzijde van de knie zo stijf en stug geworden is, dat die de beweging van de knieschijf naar binnen tegengaat.

Behandeling nu: McConnell therapie
Hierbij wordt middels specifieke oefeningen de spier aan de binnenzijde van de knie getraind, zowel in kracht als coördinatie (VMO reëducatie), en daarbij wordt ook aandacht besteed aan het rekken van het kapsel aan de buitenzijde van de knie. Deze oefeningen kunnen begeleid worden middels een specifieke manier van tapen, bedoeld om de knieschijf in een zodanige positie te zetten, dat de oefeningen pijnvrij uitgevoerd kunnen worden. Alleen dan kan de spier aan de binnenzijde met succes getraind worden.

Dit gaf obv. het achterwege blijven van de irritatie minder pijn. Maar op het moment dat men dan weer actief wilde worden ging de spier aan de binnenzijde wel weer werken, maar gaf het kapsel aan de buitenzijde niet mee. Naast de klachten aan de buitenkant veroorzaakt, ontstond er dan nog een aanhechtingspijn van de VMO bij. Dit omdat het kapsel aan de buitenzijde van de knie zo stijf en stug geworden is, dat die de beweging van de knieschijf naar binnen tegengaat.

Resultaten
Niet alleen onderzoeksresultaten maar ook de behandelervaringen van de laatste 10 jaar hebben uitgewezen dat dit de behandeling bij uitstek is voor de eerder genoemde klachten. Er mag gesteld worden dat na afloop van de behandeling 90 % van de patiënten geheel of grotendeels van de klachten af waren. Tevens blijkt dat hoe langer de oefentherapie voortgezet wordt (minimaal een half jaar) hoe beter de resultaten werden.

 

 

Andere toepassingen
Voor de behandeling van de knie is een speciale combinatiedoos met tape ontwikkeld (Leukotape P, combipack). Deze tape bleek ook uitstekend te gebruiken bij andere klachten zoals:

apexitis of ook wel jumper’s knee genoemd (zie linkerfoto).
Als alternatief voor een patellabandje
epicondylitis lateralis ofwel tenniselleboog
schouderklachten
Tevens bleek dat de specifieke oefentherapie die bij de McConnell therapie gebruikt werd, ook uitstekend bruikbaar bij diverse postoperatieve behandeling van de knie. Deze therapie of delen ervan worden in de praktijk dan ook toegepast na een geheel of gedeeltelijke meniscusverwijdering via een arthroscopie.

 

McConnell therapie (schouder)

 

Naar aanleiding van het succes van de mechanische benadering en behandeling van de sporingsklachten van de knie liet Jenny McConnell ook haar licht schijnen op de schouder en daar veel voorkomende klachten.

                                                                         remmen van optillen schouder.

Moeilijkheid binnen het schoudergewricht is dat het een zeer complex gewricht is, bestaande uit:

  • glenohumeraal gewricht (bovenarm-schouderblad)                                                   
  • scapuloclaviculair gewricht (schouderblad-sleutelbeen)
  • sternoclaviculair gewricht (borstbeen-sleutelbeen)
  • scapulothoracaal “gewricht”(schouderblad tov de romp)
  • en ook de cervicothoracale wervels doen mee bij het schouder bewegen.

Daarnaast zijn vele stabilisatoren, zowel actief als passief, van belang voor de schouder.

Binnen het onderzoek en behandelen via de McConnell therapie wordt gebruik gemaakt van asterixen: dit zijn een aantal bewegingen cq testen die als pijnlijk ervaren kunnen worden. Middels deze testen wordt het verloop van de behandeling ook geëvalueerd.

Binnen deze behandeltechniek zit de moeilijkheid niet zozeer in het onderzoek, maar meer in het behandelen. Om een juiste afstemming van de spieren rondom het gewricht te krijgen zijn er meerdere, voor de patiënt vaak moeilijke oefeningen te doen. Voor het goede zou je regelmatig gebruik moeten maken van een klein myo-feedback apparaatje. Een apparaat dat middels een pieptoon aangeeft of een spier gebruikt wordt, hoe hard en op welk moment.

Gezien de vermelde moeilijkheidsgraad voor de patiënt, maken wij van deze behandelmethodiek vrijwel geen gebruik meer. Mede gezien de mogelijkheden die wij in de praktijk hebben met behandeling middels de NSA principes en mobilisaties van de schouder met gebruikmaking van de Vodder lymfedrainage. Deze technieken zijn veel makkelijker uit te voeren en hebben vaak (ons inziens) een sneller en beter resultaat.

Uiteraard heeft de McConnell behandeling voor de schouder ook een aantal positieve punten voor ons behandelen bij schouder-nekklachten met zich meegebracht. Een daarvan is bv. de uppertrap remmer (zie foto), waarmee een te hoge en snelle activiteit van het bovenste deel van de monnikskapspier voorkomen kan worden. Bij diverse klachten waaronder hoofdpijn kan dit een hulpmiddel zijn binnen de behandeling.